Draai uw scherm voor de beste ervaring.
Turn your screen for the best experience.

Dieren in armoede

Kennisbank

Naar schatting de helft van de huishoudens met een inkomen onder de armoedegrens heeft één of meer huisdieren. Hoewel dat een extra kostenpost betekent, kan het ook troost en afleiding bieden in moeilijke tijden.

Er leven naar schatting 66.000 huisdieren bij gezinnen onder de armoedegrens. De kosten van voer en medische hulp voor de dieren kunnen voor deze mensen problemen geven. Een hond kost per maand gemiddeld 50 euro en een kat 23 euro – bedragen die met een uitkering of wekelijks leefgeld, als je elk dubbeltje moet omkeren, niet zomaar neer te leggen zijn. Wie in de financiële problemen komt moet er soms voor kiezen om zijn huisdier weg te doen (waar overigens meestal ook kosten aan verbonden zijn), of om te beknibbelen op voer of medische zorg voor het dier. Ook bezuinigen ze soms op andere (noodzakelijke) uitgaven, zoals hun eigen voeding, om het dier maar de zorg te kunnen bieden die nodig is. Financieel bewindvoerders moedigen vaak aan dat een ander huis voor het dier van hun cliënt gezocht wordt.

Huisdieren zijn voor hun baasjes echter vaak van grote emotionele waarde. Juist als je in de geldproblemen komt, kan een huisdier troost bieden. Huisdieren helpen tegen eenzaamheid, stress en depressiviteit. Financiële moeilijkheden komen nooit alleen. Er gaan vaak nare ervaringen aan vooraf, bijvoorbeeld een scheiding, het verlies van een baan of gezondheidsklachten. Vervolgens raak je vrienden kwijt, je eigenwaarde krijgt een dauw en je hele leven staat op z’n kop. De hond of de kat is dan veel meer dan een gezelschapsdier. Ze worden vaak beschouwd als gezinslid. Het kan het enige lichtpuntje van je dag zijn.
Gedwongen zijn om het huisdier weg te doen kan dan de druppel zijn die de emotionele emmer doet overlopen.

Wie moeite heeft om zijn dieren voldoende voeding en zorg te geven, kan bij verschillende instanties aankloppen. Zo zijn er steeds meer dierenvoedselbanken in Nederland, die diervoeder verstrekken aan wie dat zelf niet kan betalen. Daarnaast probeert deze organisatie de baasjes van de huisdieren te helpen met speeltjes, manden, bodembedekking, vlooienmiddelen en soms een ondersteuning bij dierenartskosten. Uiteraard moet je wel kunnen aantonen dat je inkomen inderdaad ontoereikend is; de klanten van de dierenvoedselbanken worden vaak doorverwezen door hulpverleningsinstanties of de reguliere voedselbank. Ook hebben inmiddels zo’n twintig reguliere voedselbanken een honden- en kattenloket, hoewel de landelijke vereniging van voedselbanken dit niet stimuleert.

Diverse gemeenten hebben regelingen opgesteld voor minima. Zo kent Amsterdam de ADAM-regeling: Amsterdammers met een stadspas krijgen één gratis dierenartsenconsult en korting op medische behandelingen. Inwoners van Arnhem die onder de armoedegrens leven, krijgen een tegemoetkoming in de dierenartskosten. Ook in Rotterdam is er een vergelijkbare regeling.

Ook bestaan er zogeheten ‘minimadierenartsen’, die voor mensen die het financieel moeilijk hebben huisdierenzorg verlenen tegen een gereduceerd tarief. Huisdiereneigenaren met een bijstandsuitkering in de gemeenten Apeldoorn, Deventer, Zutphen en de regio Rotterdam kunnen terecht bij de zogenoemde Minimax Dierendokter van de Dierenbescherming, die eveneens behandelingen uitvoert tegen minimale kosten.